:27:05
Kan ik u spreken?
-Niet nu.
:27:08
Ach zo.
:27:09
En over Vidocq praten, kan dat wel?
:27:12
Louis Belmont, Simon Veraldi,
kan daarover worden gesproken?
:27:16
U bent de enige in Parijs
die zo'n sieraad draagt.
:27:20
Ik weet niet waarover je het hebt.
:27:23
U doodde Belmont en Veraldi.
Ik heb bewijzen.
:27:26
U bent het!
De moordenaar met de bliksem!
:27:28
Oké. Ik ben de moordenaar
met de bliksem. Wie ben jij?
:27:32
Ik ben Etienne Boisset. Een journalist.
:27:36
Ik onderzoek de dood van Vidocq.
:27:56
U bent geen Aziatische.
-Je bent snugger.
:27:59
En opmerkzaam.
:28:03
De kammen voor mijn verhaal.
-Hoezo?
:28:05
Ik zeg wat ik weet en je geeft ze terug.
:28:08
Goed?
-Nee, het zijn bewijsstukken.
:28:11
Ze beschuldigen u van de moorden.
:28:14
Zie ik eruit als een monster?
:28:20
Ik luister.
:28:26
Franç ois, je kent me.
:28:28
Je kan me niet verdenken van...
:28:32
Heb jij ze niet op hun hoed gestoken?
:28:35
Preah, verdomme.
Waar heb je je mee ingelaten?
:28:41
Ik kan je niet lang dekken. Ik schoof
mijn medewerker opzij, maar...
:28:48
Twee weken geleden ontving ik
een brief met geld erbij.
:28:51
Ik moest de kam in de hoed van
Belmont steken en dan in die van Veraldi.
:28:55
Ik deed wat ze vroegen.
Ik weet niet wie er betaalde.