:43:01
degenen waar ik mee opgroeide.
:43:02
k mis die jongens.
:43:04
Dat weet ik.
:43:06
Ik heb een afspraak met ze.
:43:08
Ze wachten op me.
:43:09
Ik zou nu moeten gaan.
:43:11
En je eten dan?
:43:12
Ik krijg het niet op.
:43:13
Oké.
:43:15
Ik zie je morgenochtend.
:43:17
Nee. Waarom?
Ik neem de bus ernaartoe.
:43:19
Laat die bus toch.
:43:21
Ik breng je wel met de auto.
Dat gaat veel sneller.
:43:25
Neem dit.
:43:28
Dat nemen ze je vast niet af.
:43:30
Toen je nog een klein kind was,
:43:31
je sliep met die brandweerhelm op.
:43:33
Je wilde net als je vader worden.
:43:35
Heb ik je ooit verteld over de ruzies
die we hadden op zoek naar je naam?
:43:38
Ja. Jij wilde mij James noemen.
:43:40
James Brogan jr....
mooie krachtige naam.
:43:42
Je moeder vond hem te saai voor je.
:43:44
Zij had liever Montgomery Clift.
- Daar hield ze van.
:43:46
'Place in the sub'...
haar favoriete film.
:43:48
Ik bleef maar zeggen,
'Montgomery Clift...
:43:50
kijk nou eens hoe het
met die arme knakker afliep.
:43:52
Ging veel te jong dood. Stomme pech'.
:43:56
Stomme pech.
:43:59
Ik ga, oké?
:44:02
Zie je gauw, paps.
:44:09
Monty...
:44:26
Hij gaat voor me werken.
Ik krijg zijn baan.
:44:29
Luister, ik moet gaan.
Ik zie je morgen.
:44:32
Klootzak.
:44:36
Hoe gaat het?
:44:39
Fijn je te zien.
- Hoe gaat het?
:44:41
Goed. Kom binnen.
:44:43
Oké.
:44:45
Biertje?
:44:46
Ja.
- Mooi.