:22:08
Wat ben je aan het doen, pap ?
:22:12
Af !
- Kom op, doorschuiven.
:22:14
Wat ben je aan het zoeken ?
:22:16
Geld.
:22:17
Daar beneden ligt niets.
:22:20
Komaan, sta op.
- Ik zeg je...
:22:22
dat daar niets ligt.
- Geef het aan mij.
:22:24
Nee, dat is van mij.
Ik heb het gevonden.
:22:26
Doe niet zo moeilijk.
- Nee, donder op !
:22:28
Je krijgt morgen het dubbele terug.
- Nee.
:22:32
Ik meen het.
:22:34
Je kunt het lenen,
maar dan krijg ik een pond. Oké ?
:22:37
Laat het nu maar los.
:22:40
Bedankt.
:23:04
Mag ik binnenkomen ?
- Ja.
:23:10
Alles goed ?
:23:17
Goed boek ?
:23:19
Ja, gaat wel.
:23:24
Heb je wat kleingeld ?
:23:26
Misschien heb ik wel wat.
:23:28
Het is enkel mijn hoe-heet-het.
Ik moet het morgen betalen.
:23:32
Natuurlijk.
- Ik wil niet dat jij te weinig hebt.
:23:35
Nee, het is goed.
- Ik neem het wel.
:23:38
Waar is je portemonnee ?
- Beneden.
:23:40
In je jas ?
- Ja.
:23:57
Het is niet veel.
- Alle beetjes helpen.