:51:03
Hoi! Heb je lekker geslapen?
- Zekers.
:51:07
Stop, stop de auto.
:51:09
Wees niet boos. Je leek zo lief
toen je lag te slapen.
:51:12
We wilden je niet wakker maken.
- Stop de auto.
:51:15
Het is verboden hier te parkeren.
- Het is mijn auto
:51:18
We zijn bijna bij een afslag.
- Stop de auto verdomme!
:51:43
Mimi, praat jij eens met hem.
- Uh-uh, praat jij met hem.
:51:46
Niemand gaat met hem praten.
- Ik weet het, hij is boos.
:51:50
En hij heeft al eerder gedood.
:51:52
Mimi, jij hebt gezegd dat hij
nog nooit iemand vermoord heeft.
:51:56
Ik zei dat ik dacht van niet.
- Oh, mijn God.
:52:04
Het is goed, ik ga wel.
- Het spijt me.
:52:11
God!
:52:13
Wees voorzichtig Lucy.
:52:22
Het spijt ons.
- Ik zat in een auto vol met meiden.
:52:26
Heb je enig idee hoe het is
om omringd door meiden te zijn?
:52:31
Je bent zelf een vrouw,
Ik weet het, stomme vraag.
:52:34
Maar ik ben een man, oke?
Ik ben een man. Gewoon een man.
:52:38
En ik heb geluisterd naar meidenpraat
en heb gezien hoe jij...
:52:43
je vrouwendingen doet een paar dagen.
:52:45
Ik klaag niet hoor, omdat heel simpel,
ik in de minderheid ben.
:52:48
Maar dat is mijn auto.
:52:50
Het is mijn auto, en het is...
:52:57
Het is het enige ding dat nog niet
in handen van het vrouwvolk is.