:37:03
- De zuster ?
- Ze zeiden dat ze een
een dokter was hier.
:37:11
Welke dokter ?
:37:13
- Ze wilt dat je gaat.
- Waar gaat ?
:37:28
Ik weet het niet...
Ik weet niet zeker
wat je bedoelt, Ben.
:37:32
Waarheen ?
:37:35
Ik droomde van haar...
:37:37
in de ambulance
toen ik hier heen kwam.
:37:40
Toen... zag ik
haar foto in de hal.
:37:45
Weet je,
de vrouwelijke dokter ?
:37:48
Op de foto
van het Paasfeest,
met taart op haar neus ?
:37:53
Heb je het over Dr. Darrow ?
:37:58
Ze is dood, denk ik.
:38:03
En jij droomde van haar ?
:38:10
Ze wilt dat je er
heen gaat.
:38:16
Waar ?
:38:19
De regenboog.
:38:23
Is dat een regenboog ?
:38:28
Dit...
Is dit een regenboog ?
:38:41
Hebben we mekaar al eens ontmoet ?
:38:45
Weet ik niet.
:38:49
Hoe weet je dan
wie ik ben ?
:38:53
Ze liet me je gezicht zien.