:38:03
En jij droomde van haar ?
:38:10
Ze wilt dat je er
heen gaat.
:38:16
Waar ?
:38:19
De regenboog.
:38:23
Is dat een regenboog ?
:38:28
Dit...
Is dit een regenboog ?
:38:41
Hebben we mekaar al eens ontmoet ?
:38:45
Weet ik niet.
:38:49
Hoe weet je dan
wie ik ben ?
:38:53
Ze liet me je gezicht zien.
:39:01
Op een foto ?
:39:05
In mijn gedachte.
:39:09
Ze zei
dat ik terug moest...
:39:12
om je te zeggen daarheen te gaan.
:39:18
Naar de regenboog ?
:39:23
Ja.
:39:28
Ja maar hoe...
Hoe moet ik dat doen ?
:39:49
de jongen in 312...
Ben ?
:39:52
Ja.
Kende hij mijn vrouw ?
:39:54
Ik denk het niet.
Hij is hier geloof ik
pas 2 weken.
:39:58
Op de derde, in een coma.
Septic shock.