Friday After Next
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:21:02
Wat heeft zij?
- Dat spotje was 'n slecht idee.

:21:05
Jij hebt haar een
hersenschudding geslagen.

:21:09
Je moest maar acteren.
- Ik had jou een klap moeten geven.

:21:13
Hoe gaat het met haar?
- Gaat het me je, oma?

:21:17
Wie ben jij?
- Craig.

:21:19
WeIke Craig?
- Je oudste kleinzoon.

:21:23
De slimme, Day-Day niet.
- Ze heeft soms kort geheugenverlies.

:21:27
Hoepel op.
- Hou haar niet voor de aap.

:21:30
Dat is genoeg zout.
- Ik weet wat ik doe.

:21:33
Zoveel zout moet er niet
in aardappelsla.

:21:36
Jullie lijken wel
man en vrouw, zeg.

:21:40
Waarom wil jij 't altijd beter weten?
- Je bent jaloers.

:21:44
Ik ben knapper dan jij.
- Niet waar.

:21:48
Ik kook beter.
- Nietes.

:21:49
Mijn pik is groter.
- Het was toen koud.

:21:53
Vorig jaar heb je rond
deze tijd de loterij gewonnen.

:21:58
Anderen zouden nu in luxe leven,
:22:01
maar jij zit hier met mij
in dit domme restaurant.

:22:05
Stotterende hondenmepper.
:22:07
Ga naar de saus kijken.
Ma is foetsie.

:22:10
Stomme hondenmepper.
- Van rijke hengst naar domme sul.

:22:15
Papa en oom maakten ruzie en
wij moesten naar onze nieuwe baas.

:22:20
Hij was de eigenaar
van Holy Moly Donuts.

:22:24
Geloof, wat je zeker nooit mag
doen, nooit ofte nimmer,

:22:29
is daar eten.
:22:32
Hetzelfde als altijd, Moly.
- Hoi, Moly.

:22:37
Alles kits?
- Ja, hoor. Zalig Kerstmis.

:22:40
Zalig Chanoeka.
Dat zijn mijn jongens.

:22:43
Ik kom zo, makker.
- Doe maar op je gemak.

:22:47
Sta stil.
- Hoe gaat het met de zaken?

:22:51
Fantastisch. Ja, hoor, knul.
:22:54
Heb je ons spotje gezien?
:22:55
Zo lekker dat je
je mama wil slaan.


vorige.
volgende.