:50:04
Heb je dat gezien? Ze zullen
ons verrot slaan, Craig.
:50:08
Ze mogen ons niet
te pakken krijgen. Kom.
:50:14
Waar zitten
die veiligheidsagentjes?
:50:18
Wat zit je zo te kijken?
:50:22
We springen op die auto.
- Ik ben bang.
:50:25
Nou en? Ik ook.
:50:30
Weg hiermee. Ik laat me niet
murw slaan voor 'n baantje.
:50:34
Wat ben je slim vandaag.
:50:40
Deze kant op.
:50:52
Bel een ziekenwagen.
:50:55
Moly, je hebt ervan langs gekregen.
- Dat heb je goed gezien.
:51:00
Waar was je?
- We hadden pauze.
:51:02
We moeten krachten opdoen.
- Jullie eten terwijl ik slaag krijg.
:51:08
Ze hebben je verrot geslagen.
:51:10
Jullie zorgen toch voor veiligheid?
- Ja, natuurlijk.
:51:14
Uiteraard, dat doen we.
:51:16
Jullie liggen eruit. Allebei.
:51:22
We zijn pas begonnen.
- Lever je fluitje in.
:51:26
We pakken hem.
:51:28
Achteruit, kom niet dichterbij.
:51:31
Pak hem, pap.
- Ik klaag je aan.
:51:34
Pak hem.
- Geef op dat fluitje.
:51:36
Geef die fluitjes.
:51:38
Pak aan.
- Ik hoef het niet.
:51:41
Tof, nu is het vuil.
- Ophoepelen.
:51:45
Hou je taart.
- Neem je vliegen mee.
:51:47
Stap op je kameel.
:51:50
Ophoepelen.
- Papa, doe iets. Wat ga je doen?
:51:53
Dit kan hij niet maken.
- Ik heb een idee.
:51:58
Blijf allemaal hier. Ja, knul.