:08:18
Zet hem neer.
:08:22
Chef!
:08:25
Chef!
:08:31
Ja. Konstantin is hem halen.
:08:36
Hij is hem halen.
Je deed goed werk. Je deed goed werk.
:08:44
Hij is hem halen.
Wij gaan hem halen.
:08:47
Ja, ja, ja.
:09:10
Het loopt. Het loopt.
De koolvloeistof loopt.
:09:18
Vertel aan de kapitein dat
de koelvloeistof loopt.
:09:25
Je deed het.
Ja, je deed het.
:09:30
Chef!
:09:44
Je deed het, mijn jongen.
:09:46
Je deed het, mijn jongen.
:09:49
Je deed het. Ja, we hebben het ze laten zien.
jij toonde het hun.
:09:55
Jij toonde het hun.
Rustig. Rustig.