:09:10
Het loopt. Het loopt.
De koolvloeistof loopt.
:09:18
Vertel aan de kapitein dat
de koelvloeistof loopt.
:09:25
Je deed het.
Ja, je deed het.
:09:30
Chef!
:09:44
Je deed het, mijn jongen.
:09:46
Je deed het, mijn jongen.
:09:49
Je deed het. Ja, we hebben het ze laten zien.
jij toonde het hun.
:09:55
Jij toonde het hun.
Rustig. Rustig.
:10:09
Geef hem een hand.
Rustig. Rustig.
:10:11
Oké. Vooruit.
:10:15
Ik heb je, maat.
:10:29
Kapitein.
950.
:10:33
930. Het is aan het
zakken. 920.
:10:37
910.
:10:40
900.
:10:58
Kapitein.
Chef.