:35:01
waar ik mijn arm inhield,
zoals dit, de hele winter door.
:35:04
Ik was niet bepaald het
meest populaire kind.
:35:08
Hoe heb je je
sleutelbeen gebroken?
:35:10
Oh, ik viel uit
een boom.
:35:13
Hoe gaat het
met je vader?
:35:15
Goed.
:35:16
Komt hij om de
wedtrijden te bekijken?
:35:18
Ja, soms.
:35:20
Komt hij wel eens om
een wedstrijd te bekijken?
:35:22
Hij is heel erg
druk op zijn werk.
:35:24
Ik weet niet. Hij is..
Hij is altijd druk.
:35:27
Hij klinkt als
een belangrijke man.
:35:30
Ik denk het. Hij heeft een
bedrijf en zo.
:35:33
Hij wil er waarschijnlijk
voor zorgen...
:35:35
dat jij en je moeder...
:35:37
al de mooie dingen hebben,
die jullie willen...
:35:38
zoals die gave fiets
en die voetbalschoenen.
:35:41
Wacht even.
:35:45
Ja. Weet je, die dingen
kosten geld.
:35:49
Hij zou hier zijn
als hij kon.
:35:50
Ik denk van wel.
:35:52
Ik heb iets voor je.
:36:05
Wil je raden wat het is?
:36:12
:36:20
Wat is er?
:36:21
Het is, het is die ene
die je wilde.
:36:24
Mr. Parrish, ik kan
dit niet aannemen.
:36:27
Tuurlijk wel, Jake.
:36:29
Mijn ouders staan dat niet toe.
:36:33
Ik kan maar
beter naar huis gaan.
:36:35
Weet je het zeker?
:36:37
Ja. Maar toch bedankt,
Mr. Parrish.
:36:41
Oke, ik zie je wel
weer bij de winkel.
:36:43
Oke.
:36:47
Hey,Jake.
:36:48
De naam is Sy.
:36:50
Oke, Sy.