:32:08
Ik heb alles.
:32:10
Ik ga meteen weer weg.
:32:12
Mijn God, wat een drukte.
:32:14
Waarom hebben mensen in de stad
't altijd over kleren stomen?
:32:16
Wat is daar nou
over te vertellen?
:32:18
Ik heb wat bloemen
voor je gekocht.
:32:22
Waar ben je?
:32:24
Hier.
:32:26
Ik heb iemand gevonden die mijn werk
overneemt, ik kan de hele avond er zijn.
:32:37
Ben je in orde?
:32:38
Natuurlijk.
:32:43
Je hebt Richard zeker gezien.
:32:45
Dat klopt.
:32:49
Ja, natuurlijk.
:32:53
Ik wed dat hij heeft gezegd: 'Schat,
hoef ik niet op 't feestje te komen?'.
:32:58
Maak je geen zorgen,
hij komt altijd...
:33:00
O, natuurlijk.
:33:01
op 't eind.
:33:03
Wat?
:33:04
Richard die een kans mist om over
zijn werk te praten, ik denk 't niet.
:33:07
Hij komt wel.
:33:10
Je hebt de tafelindeling
al gemaakt zie ik.
:33:13
Dat klopt.
:33:17
Ik geloof 't niet. Louis Walters.
Komt Louis?
:33:20
De Louis van Richard?
:33:21
Ja, hij komt.
:33:23
Je hebt hem naast mij gezet.
:33:28
Waarom moet ik altijd
bij de exen zitten...
:33:30
is dat soms een hint, liefje?
:33:32
En moeten de exen niet allemaal
aan dezelfde tafel zitten, zodat...
:33:34
ze allemaal fijn bij
elkaar kunnen exen...
:33:36
in een hevige kwelling...?
:33:41
Ik ben weg.
:33:44
Probeer niet over te
lopen van enthousiasme.
:33:50
Clarissa, 't wordt prachtig allemaal.
:33:59
Dankje.