:49:01
Ik was er in principe niet
echt nauw bij betrokken.
:49:05
Mijn man is politieagent.
Vandaar dat ik er vanaf weet.
:49:10
Maar toen ik het hoorde...
:49:12
vond ik het vreselijk.
:49:21
Niemand verdient zoiets.
:49:24
Het maakt niet uit wie je bent.
:49:26
Maar ik moet zeggen dat de media
hem afschildert als een heilige.
:49:31
Ze maken een martelaar van hem,
en ik denk niet dat hij dat was.
:49:35
Kende je hem?
:49:37
Nee, ik kende hem niet...
:49:39
maar er zijn zoveel dingen...
:49:42
die ik over hem ontdekt heb,
wat gewoon eng is.
:49:47
Over zijn karakter, en...
:49:51
verspreiding van AIDS
en nog wat dingen.
:49:57
Over hoe hij was.
:49:59
Zoals?
:50:04
Hij was...
:50:06
Hij was gewoon...
:50:11
een kroegtijger.
:50:13
Ik denk dat hij...
:50:15
te ver ging.
Hij liep ermee te koop.
:50:22
En dan nog iets.
:50:23
Er werd niets gezegd over
die vermoorde agent.
:50:27
Ze zeiden niets over die
oude man die hem vermoordde.
:50:30
Hij reed wat rond.
:50:32
Hij had niet moeten rijden
en hij vermoordde hem.
:50:34
En er was slechts
een klein artikel.
:50:37
Wij waren een vriend kwijt.
:50:40
Het was een collega van mijn man.
:50:44
Hij was net begonnen.
:50:47
Maar hij was één van ons...
:50:50
en het was maar
een klein krantenartikel.
:50:53
Maar dit was met voorbedachte rade.