:44:02
Slechts enkele voorwerpen zouden aangeven
dat 't een auto is.
:44:06
We waren op G-dek,
we gingen het schot voorbij
:44:09
en zijn nu op het koebrugdek.
:44:11
Correct.
Kantel de camera naar boven.
:44:16
Naar boven. Ik wil wat ruimte zien.
:44:19
Ik zie licht.
:44:23
Misschien is dat de auto.
- Ja.
:44:26
Ik denk dat 't de auto is.
- Dat is 'm.
:44:34
Zo makkelijk kan 't niet zijn.
:44:37
Da's de auto niet.
We dénken overal auto's te zien.
:44:41
God.
- Ik zit te denken...
:44:44
Het ziet er zo reëel uit.
- Dat is een bumper.
:44:48
Fantasie of niet, maar dat is
een wiel en dat een bumper.
:44:52
Dat is een koplamp.
:44:55
We denken 'n auto te zien.
:44:58
Nu we hier zijn, kunnen we 't best
gewoon overal kijken.
:45:05
Dat is een auto.
Het is een auto.
:45:07
Nee, da's een koffer.
:45:11
Een rieten koffer.
- Da's een wiel.
:45:14
Het waren een paar interessante vormen.
:45:17
Duidelijk door de mens gemaakte dingen,
maar niets wat je 'n auto kon noemen.
:45:24
We zouden tot helemaal
voorin moeten kunnen geraken.
:45:33
Zijn jullie binnen? Mooi zo!
:45:36
Geweldig.
Man, dit is fantastisch.
:45:40
Tel de deuren rechts
want zo oriënteren we ons.
:45:42
Er zouden 2 deuren naast elkaar moeten zijn.
De 1ste deur leidt naar de bak der stokers.
:45:48
Wil je daar naar binnen?
- Ja.
:45:52
Dat is beslist de bak der stokers.
:45:54
Bekijk dat! Tafel na tafel.
:45:57
Je kunt de boeg zien.
- Precies. De vorm van het schip.