:45:05
Dat is een auto.
Het is een auto.
:45:07
Nee, da's een koffer.
:45:11
Een rieten koffer.
- Da's een wiel.
:45:14
Het waren een paar interessante vormen.
:45:17
Duidelijk door de mens gemaakte dingen,
maar niets wat je 'n auto kon noemen.
:45:24
We zouden tot helemaal
voorin moeten kunnen geraken.
:45:33
Zijn jullie binnen? Mooi zo!
:45:36
Geweldig.
Man, dit is fantastisch.
:45:40
Tel de deuren rechts
want zo oriƫnteren we ons.
:45:42
Er zouden 2 deuren naast elkaar moeten zijn.
De 1ste deur leidt naar de bak der stokers.
:45:48
Wil je daar naar binnen?
- Ja.
:45:52
Dat is beslist de bak der stokers.
:45:54
Bekijk dat! Tafel na tafel.
:45:57
Je kunt de boeg zien.
- Precies. De vorm van het schip.
:46:01
Je kan je voorstellen
hoe deze plek er precies uitzag.
:46:05
De stokers zaten echt afgezonderd
van de rest van de bemanning,
:46:08
waarschijnlijk omdat
zij 't smerigste werk deden.
:46:11
En zo verbleven zij
in de punt zelf van de boeg.
:46:14
Ze hadden 2 wenteltrappen
die hen naar de bodem van 't schip brachten,
:46:18
naar 't ketelruim.
:46:21
Beeld je in hoe je afdaalt
naar de ovens van deze hongerige reus
:46:25
om honderden mannen
te vervoegen
:46:28
die kolen scheppen in
de gapende muilen van de ketels.
:46:34
Maar eng.
:46:54
Als je werk erop zit,
:46:57
klauter je terug naar je benedendekse
wereld in de scheepsboeg