:37:11
Kijk naar die vent, Caveman.
Moet je kijken.
:37:16
Armpit, doe je naar beneden!
Doe ze naar beneden!
:37:20
Armpit!
:37:32
Kijk... een wolk.
:37:36
Daar.
:37:38
Misschien gaat ie voor de zon.
:37:41
Kom op, wolkje.
:37:43
Je kan het.
:37:44
Alsjeblieft, het enige wat ik vraag
is een beetje schaduw.
:37:49
De directeur bezit de schaduw.
:37:51
Misschien hebben we geluk.
:37:53
Misschien krijgen we wel wat wolken.
:37:56
Het zal veertig dagen en
veertig nachten regenen.
:37:58
En we moeten een ark bouwen...
:38:01
en van elk dier er twee meenemen.
:38:02
Twee schorpioenen, twee ratelslangen...
:38:04
twee geel gestippelde hagedissen,
allemaal van die dingen.
:38:12
Wat heb je daar,
Caveman?
:38:14
Wat?
- Wat heb je daar?
:38:18
Ik weet het niet.
:38:22
Hé, X...
:38:24
ik denk dat ik misschien
iets gevonden heb.
:38:31
Laat mij dat eens zien.
:38:33
Wat denk jij?
:38:37
Lijkt op een oud patroon
van een jachtgeweer of zo.
:38:40
Nee, het is te klein voor een
patroon van een jachtgeweer.
:38:43
Nee, het is geen patroon
van een jachtgeweer.
:38:46
Kijk hier eens, zie je dat kleine hartje?
:38:48
Zie je dat?
Met de letters erin?
:38:51
'K. B. ' Dat is het.
:38:53
Laat mij het eens zien.
- K. B.?
:38:56
Dat is Keith Berenger.
:38:57
Wie is dat?
:38:59
Hij zat in mijn wiskunde klas.