:38:01
en van elk dier er twee meenemen.
:38:02
Twee schorpioenen, twee ratelslangen...
:38:04
twee geel gestippelde hagedissen,
allemaal van die dingen.
:38:12
Wat heb je daar,
Caveman?
:38:14
Wat?
- Wat heb je daar?
:38:18
Ik weet het niet.
:38:22
Hé, X...
:38:24
ik denk dat ik misschien
iets gevonden heb.
:38:31
Laat mij dat eens zien.
:38:33
Wat denk jij?
:38:37
Lijkt op een oud patroon
van een jachtgeweer of zo.
:38:40
Nee, het is te klein voor een
patroon van een jachtgeweer.
:38:43
Nee, het is geen patroon
van een jachtgeweer.
:38:46
Kijk hier eens, zie je dat kleine hartje?
:38:48
Zie je dat?
Met de letters erin?
:38:51
'K. B. ' Dat is het.
:38:53
Laat mij het eens zien.
- K. B.?
:38:56
Dat is Keith Berenger.
:38:57
Wie is dat?
:38:59
Hij zat in mijn wiskunde klas.
:39:01
Stom.
- Goed nagedacht, Zigzag.
:39:03
Het moet van hem zijn?
:39:04
Ja, het moet van hem zijn.
:39:06
Nou, ik laat het aan Mam zien.
:39:09
Misschien krijg ik de
rest van de dag vrij.
:39:11
Nee. Nee.
Je gat is al gegraven.
:39:13
Ik ben nog lang niet klaar.
Ik ben hier nog de hele dag.
:39:15
Ja? Dus?
:39:19
Nou, waarom...
:39:24
waarom geef je het morgen niet?
:39:26
Weet je, geef het aan
Mam in de ochtend?
:39:27
Dan krijg je de hele dag vrij.
:39:30
Dat is slim bedacht, Caveman.
:39:32
Daar hou ik van.
:39:35
Aardig slim, Caveman.
Aardig slim.
:39:58
Alsjeblieft, X.