1:28:03
Pap?
1:28:05
Gaat goed. Gaat goed.
1:28:10
Hij hield het een tijdje vol.
Toch?
1:28:13
Op de enige manier die hij wist.
1:28:16
Je had wel een of twee
dingen van hem kunnen leren.
1:28:20
Nee. Heb ik gedaan.
1:28:22
Ik heb 36 verschillende
scheepsknopen geleerd.
1:28:26
Wat doen die knopen ertoe?
1:28:28
De man had karakter.
1:28:30
Dat had je van hem
kunnen leren.
1:28:33
Ik heb het van jou proberen te leren.
1:28:44
Ik krijg blaren.
1:28:46
Laten we hierheen gaan.
1:29:03
Waarom ga je met die klootzak
Morgan Cooper om?
1:29:07
Weet ik niet.
1:29:08
Waarom ben je met die
vent weggelopen?
1:29:11
Weet ik niet.
Ik vond hem wel 'cool'.
1:29:14
Was hij dat ook?
1:29:15
Nee.
1:29:17
Waar ben je heen gegaan?
1:29:19
Cape Cod.
1:29:21
Waarom ben je terug gekomen?
1:29:24
Weet ik niet.
Ik begon me te vervelen.
1:29:28
Had je heimwee?
1:29:30
Nee.
1:29:35
Ik weet niet.
1:29:37
Misschien. Een beetje.
1:29:40
Ik krijg heimwee als
ik op kamp ben.
1:29:42
Kamp is waardeloos.
1:29:46
Zijn jouw ouders net zo
saai en boos...
1:29:48
en schreeuwen ze ook zo tegen
elkaar als mijn ouders?
1:29:51
Het lijkt erop.
1:29:52
Praten ze ook nooit met je
net als de mijne?
1:29:54
Nee. Mijn ouders praten
altijd met me.
1:29:57
Ze stellen me
voortdurend vragen.