:41:11
Zou het jou verbazen?
:41:13
Het zou niet de eerste keer zijn.
:41:18
Zag je dat meisje?
Zag je het?
:41:21
Heb je haar gezien?
:41:23
Ik hoorde een auto die botste.
- Waartegen? Een andere auto?
:41:27
Nee, het was niet zo luid.
- Alsof hij de stoeprand raakte?
:41:29
Misschien.
:41:31
Toen stopte hij en iemand zei 'hoi'.
:41:34
Iemand zei 'hoi'?
:41:38
Daarna was er een luide knal.
:41:40
Kan het een schot geweest zijn?
- Ja, misschien.
:41:44
Heeft u uit uw raam gekeken, Mrs Prior?
- Nee.
:41:47
Ik had toen al mijn slaapkleed aan.
:41:51
Ik kijk niet uit het raam
met mijn slaapkleed aan.
:41:54
De stem die je hoorde,
was die van een man of een vrouw?
:41:57
Van een vrouw.
:41:59
Denk ik.
:42:01
Dat meisje kende de schutter.
- Inderdaad.
:42:04
Sorry dat we je lastig hebben gevallen.
:42:17
Hoe is het met mijn dochter?
Hoe houdt Annabeth zich?
:42:19
Ze doet haar best.
- We moeten deze maar koud zetten.
:42:21
Heb je een paar koelboxen?
:42:29
Zet hier maar neer.
:42:36
En hoe ga jij ermee om?
:42:40
Het is nog niet doorgedrongen.
:42:43
Dan gaat het nog pijn doen.
:42:45
Toen mijn Janey overleed
was ik zes maanden van de kaart,
:42:49
maar mijn kinderen waren al volwassen.
Dat was een luxe.
:42:53
Jij hebt verantwoordelijkheden thuis.
:42:58
Verantwoordelijkheden thuis?