1:39:04
Wat zeg je ervan?
1:39:06
Een avondje stappen
midden op de dag?
1:39:13
Ik moet zo weer naar huis.
- Wij allemaal toch? Stap maar in.
1:39:16
Kom, stap in.
- Goed dan.
1:39:19
Het eerst rondje is van mij.
1:39:24
Zo mag ik het horen.
1:39:43
Die jongen liegt over dat wapen.
- Zeker weten. Dat zei ik toch.
1:39:48
En de vader?
- Geen idee, misschien leeft die nog.
1:39:53
80.000 Dollar.
1:39:55
Wie anders zou zoveel geld sturen?
1:39:59
Ga even naar huis en neem een borrel.
1:40:03
Laat het even rusten.
1:40:06
Staat er iets goed op de 112 opname?
1:40:09
Ik dacht dat jij die had gedaan.
- Dat dacht ik ook.
1:40:16
112, politie.
Wat is er aan de hand?
1:40:20
Er zit bloed in een auto
en het portier staat open.
1:40:23
Waar staat die auto?
- Sydney Street.
1:40:26
In de Flats, bij Pen Park.
Ik en m'n vriend hebben 'm gevonden.
1:40:30
Hoe heet je?
- Hij wil haar naam weten.
1:40:32
Jouw naam, hoe heet jij?
- We gaan ervandoor.
1:40:36
Succes.
1:40:38
Wat een openbaring.
Kom, we gaan een hamburger eten.
1:40:42
Haar.
1:40:44
Op de opname.
1:40:51
Hoe heet je?
- Hij wil haar naam weten.
1:40:54
Hij zegt 'haar naam'.
- Ze is een vrouw, dus 'haar'.
1:40:58
Hoe weet hij dat?
Dat meisje lag in het park.