:36:09
Ik kan je op dit moment niet zien.
:36:20
De foto's. Hoe zit het daarmee?
:36:23
Ik heb jou eruit geknipt.
- Dat is fantastisch.
:36:26
Dat is echt fantastisch.
Dat zegt veel, broertje.
:36:30
Schaam je je voor me?
- Nee, ik schaam me niet voor je.
:36:37
Ik weet soms niet hoe ik
over mezelf moet denken.
:36:46
Wat moet ik nu doen?
:36:50
We gaan door het achterraam.
- We rennen er naartoe.
:36:54
We rennen nergens heen.
:37:15
Waar heb jij gezeten?
:37:19
Hallo, Bob.
:37:22
Vertel het haar nou maar.
- Bemoei je met je eigen leven.
:37:26
Stap in.
:37:29
Eindelijk zien we elkaar.
:37:33
Ik kan niet geloven dat je hier bent.
- Ik weet het, het is geweldig, hé?
:37:38
Je ziet er groter uit
dan op je foto's.
:37:41
Ik hoop het, anders zou ik
maar 7.5 cm groot zijn.
:37:51
Hallo, ik ben Bob zijn broer, Walt.
Ik heb met je gepraat aan de telefoon.
:37:54
Walt, dit is May.
:37:56
Aangename kennismaking Walt.
:37:59
Je hebt me nooit gezegd dat je een broer had.
- Ik heb je nooit gezegd dat ik een broer had.