The Good Thief
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:01:01
Hou op, Philippa. Stop.
1:01:04
Mijn armen worden moe.
- Gedraag je wat meer als een heer.

1:01:12
Dit is Albert. Je mishandelt nu Bertram.
Het is een tweeling.

1:01:13
Bied je excuses aan.
1:01:15
Sorry, Albert.
- Ik heet Bert.

1:01:17
We nemen alles nog een keer door.
Doe maar alsof ik traag ben.

1:01:21
Traag ?
- Dat betekent zoiets als stom.

1:01:24
Eenvoudiger kan niet.
- Hij gaat over de stortingen in de kluis.

1:01:28
De combinatie wordt wekelijks veranderd.
1:01:30
Ik regel de code en maak de stortingen.
- Ik krijg de combinatie.

1:01:33
De avond voor de Grand Prix is hij op kantoor
en loop ik rond op de vloer.

1:01:37
Het personeel denkt dat ik hem ben.
- Hij kan in de kluis en mijn alibi is waterdicht.

1:01:42
Ik snap het. Hier hebben jullie
lang over nagedacht.

1:01:45
Twee weten meer dan een.
1:01:47
Wat was jullie plan ?
- Helemaal anders.

1:01:52
Kinderspel vergeleken bij jullie.
- We kunnen het geld niet alleen weg krijgen.

1:01:55
Dus als jullie mee willen doen.
1:01:59
Heeft niemand jullie ooit samen gezien ?
- Niet in Monte Carlo.

1:02:06
Geef ons twee dagen bedenktijd.
- Of drie.

1:02:10
Jij gaat door de achterdeur.
Jij door de voordeur.

1:02:26
Gek hé, baas.
- Heel gek.

1:02:28
Maar ze moeten juist denken
dat wij uit zijn op de kluis.

1:02:32
Tweeling.
Zou Roger dat begrijpen ?

1:02:35
Hoe moet hij weten
dat het een tweeling is ?

1:02:38
Bel hem over een dag of twee.
Neem hun plan nog eens door.

1:02:41
Het heeft het voordeel van originaliteit.
- We moeten naar die afspraak.

1:02:45
Jij gaat door de achterdeur ik de voordeur.
Probeer Roger kwijt te raken.

1:02:48
Als het moet, begin je zonder mij.

vorige.
volgende.