:04:03
Zoon.
:04:06
Wat gebeurd is, is gebeurd. Kom naar huis.
:04:15
Kom naar huis.
Begin opnieuw.
:04:25
Je bedoelt dat ik gewoon moet
doen alsof het niet gebeurd is.
:04:27
Dat zeg ik niet.
- Je hebt haar niet eens bekeken, vader.
:04:30
Ze stierf.
:04:32
Zoon...
- Nee, nee, nee!
:04:35
Nee, het enige dat jij wilt,
is je jongen.
:04:38
Alles is in orde.
- Dat is alles wat je wilt. Is het niet?
:04:41
Je kan opnieuw beginnen.
- Hé, ik heb een kind.
:04:46
Haar naam is Paikea.
:04:48
Wat?
- Je hebt me wel gehoord.
:04:52
Nee. Niet die naam.
:04:55
Het is Paikea.
- Nee.
:05:04
Porourangi...
:05:07
Porourangi.
:05:13
Porourangi!
:05:20
Breng haar weg.
:05:53
Ik zei je haar weg te brengen.
:05:57
Nee. Je erkent je kleindochter.