Closer
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:27:04
Je bent een engel.
1:27:07
Je hebt mijn paspoort toch wel mee?
- Natuurlijk. Het ligt bij het mijne.

1:27:11
Waar?
- Geheim. Niemand mag mijn foto zien.

1:27:21
In het vliegtuig zijn we
vier jaar bij elkaar.

1:27:26
En de breuk dan?
- De proefscheiding? Dat was niets.

1:27:31
Gefeliciteerd.
1:27:38
Ik ga mijn lenzen uit doen.
1:27:43
Wat zat er op mijn boterhammen?
- Tonijn.

1:27:47
Hoeveel hechtingen kreeg ik?
- Twee.

1:27:50
Het hadden er drie moeten zijn.
1:27:53
Wat was jouw eufemisme?
- 'Ontwapenend.'

1:27:57
Die was te gemakkelijk.
Volgende.

1:27:59
Dat park. Met wie ging ik daarheen?
- Je vader.

1:28:06
Waren de stoelen in het ziekenhuis
grijs of blauw?

1:28:10
Geen idee.
- Strikvraag. Ze waren groen.

1:28:13
Jij bent een strikvraag.
1:28:21
Waarom zijn we nooit op vakantie gegaan?
- We zijn de stad uit geweest.

1:28:26
Dat telt niet. Daar zat je te bellen
met een niet nader te noemen heks.

1:28:38
Kom in bed.
- Ik moet roken.

1:28:43
Hoe ben jij gestopt?
- Met diepe innerlijke kracht.

1:28:57
Waarom ik?

vorige.
volgende.