1:28:06
Waren de stoelen in het ziekenhuis
grijs of blauw?
1:28:10
Geen idee.
- Strikvraag. Ze waren groen.
1:28:13
Jij bent een strikvraag.
1:28:21
Waarom zijn we nooit op vakantie gegaan?
- We zijn de stad uit geweest.
1:28:26
Dat telt niet. Daar zat je te bellen
met een niet nader te noemen heks.
1:28:38
Kom in bed.
- Ik moet roken.
1:28:43
Hoe ben jij gestopt?
- Met diepe innerlijke kracht.
1:28:57
Waarom ik?
1:29:00
Je had iedereen kunnen kiezen.
Waarom ik?
1:29:03
Omdat jij de korstjes niet opeet.
1:29:14
Wanneer stop je met strippen?
- Binnenkort.
1:29:17
Je bent eraan verslaafd.
- Niet waar. Ik word ervoor betaald.
1:29:24
Vertel wat er is gebeurd.
- Helemaal niets.
1:29:29
Hij kwam naar de club.
1:29:31
Er komen veel mannen naar de club,
waaronder jij.
1:29:48
De manier waarop je keek.
- En jij dan?
1:29:53
Wat een blik. Wat een pruik.