1:26:01
Niet?
1:26:04
Nee. En trouwens, deze koffie is vreselijk.
1:26:09
Je hebt gelijk. Het is echt heel slecht.
- Verschrikkelijk.
1:26:14
Ik breng een toast uit.
1:26:17
Waarop zullen we toasten?
1:26:22
Parijs in de jaren 20.
1:26:26
Josephine Baker, de Moulin Rouge.
1:26:29
'Qu'est-ce que c'est? Ça va?'
1:26:33
En ook nog
1:26:35
New York in de jaren 70.
1:26:38
Eind jaren 70.
1:26:40
Echt waar? Oké.
1:26:43
Proost.
1:26:50
Verrukkelijk, nietwaar?
1:26:54
Champagne, nectar van de goden.
1:26:59
Is dat je lunch,
koffie en een sigaret?
1:27:02
Dat is niet erg gezond.
1:27:05
We hebben al geluncht.
1:27:10
Echt waar?
1:27:13
We nemen een pauze, een koffiepauze.
1:27:18
Hoe deprimerend.
1:27:22
Hoe lang is onze pauze, eigenlijk?
1:27:24
Zo'n tien minuten,
en die zijn bijna voorbij.
1:27:31
Zeg me dat het niet waar is.
1:27:35
Nou?
- Wat?
1:27:38
Ik vroeg je te zeggen
dat het niet waar is.
1:27:42
Dat wat niet waar is?
1:27:45
Laat maar.
1:27:49
Ik moet even een dutje doen.
1:27:53
Zeg het maar als de pauze over is.
1:27:59
Je hebt twee minuten of minder
voor je dutje.