:04:02
Als ze het orkest ziet,
met een andere zanger...
:04:06
Wat dacht je?
- Ik was geschokt.
:04:09
Ik dacht, echt niet.
Die onzin schreef ik niet.
:04:11
Ik moet een idioot zijn.
Het raakte me.
:04:13
Ik wou dat ik het gezien had.
- We hadden het moeten weggooien.
:04:17
Mijn ding...
- Daar heb je Vincent.
:04:19
Je hebt het te laat gezegd.
Ik kan geen tien mensen afschepen.
:04:22
Een tijdstip afspreken is moeilijk.
Dat kon ik hen niet aandoen.
:04:27
Ben je vermagerd?
- Geen gram.
:04:30
Zie je dat? Sommigen gaan direct binnen.
:04:33
Wat wil dat zeggen?
Dat er twee soorten gasten zijn?
:04:36
Bedoel je dat sommigen
beter behandeld worden? Nee.
:04:39
Oké.
:04:40
Je kan de acteurs niet laten wachten.
:04:43
Kijk, hij is het.
:04:45
Dat is Cassard. Daar bij de ingang.
:04:48
Hij is weg. Zag je hem?
:04:51
Vreemd, om jou in trance te zien.
- In trance?
:04:54
Je bent opeens actief. Het is grappig.
:04:58
Hou op.
:04:59
Ik hou van een schrijver.
Als ik hem zie, word ik blij.
:05:03
Was ik in trance?
- Niet echt.
:05:05
Hij is een goede schrijver en uitgever.
:05:08
Oké, maar ik moet de uitnodiging zien.
:05:11
Vraag het Mr Cassard. Hij is mijn vader.
Hij ging net naar binnen. Zoek hem.
:05:15
Ik mag mijn post niet verlaten.
:05:16
Ga opzij. Je staat in de weg.
:05:19
Je kan hier niet blijven.
Je staat in de weg.
:05:25
Karine, ik ben het.
Ze willen me er niet inlaten.
:05:29
Doe dat weg.
:05:30
Ik ben uitgehongerd. Staat er niet
op de uitnodiging dat er eten is?
:05:34
Er is eten. Wie heeft de uitnodigingen?
:05:36
Edith.
:05:38
Nee.
:05:39
Wat bedoel je?
:05:41
Ik gaf ze je bij het theater.
:05:44
Ik heb ze niet, ik weet het zeker.
:05:47
Sylvia?
:05:49
Nee, ik weet het zeker van niet.
Ik kijk even, maar...
:05:55
Sorry, maar je hebt ze me nooit gegeven.
:05:58
Ik zie het nog voor me.