:13:02
Ze kijkt naar me alsof ik God ben.
:13:04
Wie weet waarom. Ik word er nerveus van.
:13:09
Ik kon mezelf wel voor mijn kop slaan.
Zeggen dat ik geen tijd had in plaats
:13:13
van 'nee', wilde ik niet.
Ik ben gewoon rechtuit.
:13:18
Ik zeg 'ja' en zadel mezelf op
met een werkweek van vijftig uur.
:13:22
Zal ik de tomaten eruit halen?
- Ik weet het niet, kijk.
:13:25
Ik kijk, ik verhonger.
Maar ik weet het nog steeds niet.
:13:30
Ja, doe maar.
:13:33
Wie zijn ze? Wat willen ze?
:13:35
Een amateurgroep. Heel aardig.
:13:38
Het is voor een concert in een kerk.
:13:41
Wat dan ook.
Ik moet ze maar vertellen dat ik niet kan.
:13:45
Oké. Moet ik nog iets doen?
:13:49
Waarom ben ik zo buiten adem?
:13:51
Kun je wel zo buiten adem raken?
Ik ben helemaal buiten adem.
:13:54
Ik haat die trappen.
:13:56
Ik ben nog nooit buiten adem geweest.
:13:59
Ongelooflijk. Parijs is leeg.
:14:02
Ik deed vijf minuten
over een reis van een uur.
:14:04
Alles in orde?
:14:06
Wil je iets drinken?
- Water.
:14:09
Wil je goed nieuws horen?
:14:11
Hallo, Edith.
:14:14
Als we je fan niet meetellen,
:14:18
Tricaud, in Rouen...
:14:20
Bricaud.
- Ja, die.
:14:24
Tussen de telefoontjes en de brieven door
hebben we al acht boekhandelaars.
:14:30
Ik zei echt acht boekhandelaars,
die je boek echt geweldig vonden.
:14:36
Je bent lief.
- Lief? Wat wil je daarmee zeggen?
:14:40
'Die je boek echt geweldig vonden.'
:14:41
Net als de vorige boeken.
:14:45
Nee, zo zit het niet hoor.
:14:47
Ze zijn steeds enthousiaster.
:14:50
Als ze me bellen, hoor ik het.
:14:53
Geloof me, Pierre.
:14:57
Ik kan het ruiken.
:14:59
Dat is tomatensaus.