:21:00
Je vader aanbidt je.
- Tuurlijk.
:21:03
Ik vind het leuk om met je
te gaan winkelen.
:21:07
Ik wil zo vaak vragen om samen
iets te gaan doen. Fitnessen of zo.
:21:13
Ik ben bang dat je nee zal zeggen.
- Belachelijk.
:21:16
Misschien, maar ik vind het lastig...
:21:20
Nee, dat truitje. Belachelijk.
- Laat eens zien.
:21:23
Ja, als je zo gaat staan.
Heel leuk, echt.
:21:27
Het staat je fantastisch.
Als ik jouw boezem had, geloof me.
:21:32
Echt. Koop het. Doe het voor mij.
:21:35
Oké, ik koop 't maar draag het niet.
:21:39
En de zwarte trui.
:21:41
Je hebt al zwarte truien.
- Niet zo een als deze.
:21:49
Gek. Ik dacht: ik koop niks vandaag,
maar uiteindelijk...
:21:55
Het gebeurt veel. Eerst ben ik depressief
en heb ik geen zin om te zingen.
:22:00
En na afloop voel ik me fantastisch.
:22:02
Zingen is euforisch.
:22:04
Je ring is prachtig.
- Dank je.
:22:08
Ik wilde je spreken
over de repetities van de groep.
:22:11
Mijn vader vroeg me
je zijn nummer te geven.
:22:15
Je man moet hem eens bellen.
:22:18
Want hij vond z'n boek prachtig.
:22:20
Oké, ik zal het hem zeggen.
:22:27
Étienne Cassard?
:22:29
De schrijver?
:22:31
Hij is jouw vader?
:22:34
Dat wist ik niet.
:22:37
Ik bewonder hem.
:22:40
Gek. Ik ontmoette hem op een feestje.
Hij was met...
:22:44
Ik zag hem langslopen.
:22:47
Met een jonge vrouw.
Ik dacht, z'n dochter.
:22:50
Z'n vrouw.
- Z'n vrouw?
:22:52
Maakt niks uit.
:22:56
Hij is jouw vader.