Comme une image
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:29:05
Dat is minstens 140 vierkante meter.
- Nee, 115.

:29:09
Het is prachtig.
:29:10
Wat is dat?
- Felix z'n foto's.

:29:13
Van Parijs? Mag ik ze zien?
:29:15
Niet met vieze handen.
Eet eerst, kijk straks.

:29:19
Heeft Horwitz teruggebeld?
:29:22
Ja, ik zie hem volgende week.
Ik reken er niet op.

:29:25
Maar het ziet er goed uit.
Ik reken er niet op.

:29:28
Ik 'kruis mijn vingers',
zou Edith zeggen.

:29:31
Excuseer, kennen we elkaar?
:29:34
Misschien. Nee, ik...
:29:36
Je hebt hem op TV gezien.
- Hou op.

:29:39
Ja, misschien. Wanneer?
- Onlangs, maar...

:29:43
In welk programma?
- Iets literairs.

:29:48
Niet aanraken.
- Excuseer.

:29:52
Dus je wilt meekomen naar Horwitz?
:29:57
Ja, natuurlijk. Wanneer?
:30:00
Ik kan niet. Ik zit bij Cassard.
:30:03
Je ziet hem dikwijls.
- Dikwijls? Af en toe.

:30:08
Mag ik nu kijken?
:30:10
Hij wil je binnenhalen?
- Nee, helemaal niet.

:30:13
Dessert?
- We hebben frambozentaart.

:30:17
Probeer ze. Heel goed. Twee stukken.
:30:19
Komen eraan. Twee koffie?
:30:26
Mooi meisje, niet?
:30:29
Hoe gaat het?
- Goed.

:30:33
Hallo, Étienne.
- Klopt het dat jullie gaan fuseren

:30:39
of uitgekocht zullen worden door Tessier?
- Geruchten. Kennen jullie elkaar?

:30:45
Ja, ik zei hem hoe goed ik zijn boek vond.
:30:48
Je hebt leren lezen?
:30:52
Je weet ook hoe je mensen moet aanpakken.
- Als ik ze graag heb.

:30:58
Tot binnenkort, hoop ik.

vorige.
volgende.