:36:03
Hij liet een berichtje achter
om te zeggen dat hij niet kon.
:36:09
Ik wil niet alleen gaan.
:36:22
Het is prachtig hier.
:36:25
Het regent misschien het hele weekend.
:36:28
Het klaart op. Ik zie wat blauw.
:36:31
Waar zie je blauw?
- Daar.
:36:34
Daar zo.
- Laten we niet zo beginnen.
:36:37
Wat bedoel je?
- We delen een kamer, maar...
:36:46
Het spijt me.
:36:49
Dat hoeft niet.
:36:52
Ik begrijp het maar al te goed.
:36:58
Geen probleem.
:37:01
Zie je? Het klaart op.
:37:07
Wat doe je?
:37:10
Wat?
- Ik stop. Ik rijd niet meer.
:37:13
Waarom? Ik zal zwijgen. Beloofd.
:37:25
Zeker van?
- Ik rijd nooit meer met jou.
:37:31
Ik sterf alleen of met vrienden.
:37:39
Ongelooflijk hoe het zo plots opklaarde.
:37:48
Dat telefoontje met Edith.
:37:50
Een uur. Niet te geloven.
Ze kan maar niet toegeven dat ze fout is.
:37:55
Ken je er veel die dat wel kunnen?
- Nee, maar ze deed of ze aangedaan was.
:37:59
De rollen omdraaien. Ik val haar lastig...