:40:01
Ze heeft een goede stem.
- Serieus?
:40:04
Ik meen het. Het is moeilijk te...
- Wat ik wil zeggen,
:40:09
er is alles aan gedaan,
maar zangeres worden is iets anders.
:40:12
Waarom niet? Als ze echt wil...
- Echt niet.
:40:18
Heeft ze geprobeerd.
Ze heeft alles al gedaan.
:40:22
Ze wilde actrice worden.
:40:24
Ze is niet erg realistisch.
:40:27
Karine, zorg dat dat kind stil is.
:40:34
En jij?
- Ik?
:40:37
Nooit carrière willen maken?
:40:40
Ze zorgt liever voor mij.
- Dat is zijn droom.
:40:44
Voor mij is het...
- Het is hier rustig, hè?
:40:49
Ze wil een ijsje. Ik ben er tegen.
- Doe het dan niet.
:40:52
Ze wordt driftig.
Zeg haar dat het geen ijs tijd is.
:40:55
Wanneer is het dan ijs tijd?
Voor het geval dat.
:40:59
Ik ga.
:41:00
We moeten naar de winkel.
Waar zijn Vincent en Sébastien?
:41:15
In de badkamer ligt cyanide.
- Waarom zeg je dat?
:41:20
Om de spanning te breken.
- Ik ben niet gespannen.
:41:26
Wat zocht ik? Juist, mijn dochter.
:41:40
Ik hou van dansen,
maar ik had er geen zin in.
:41:43
Weg met die tassen, ik kan er niet langs.
:41:48
Waar blijft Vincent?
:41:50
De bakkerij is vlakbij.
:41:52
Niet de goede bakkerij,
die met de frambozentaart.
:41:56
Aan de kant met die tassen.
- Kijk uit. Waarom schop je er tegen?