:41:00
We moeten naar de winkel.
Waar zijn Vincent en Sébastien?
:41:15
In de badkamer ligt cyanide.
- Waarom zeg je dat?
:41:20
Om de spanning te breken.
- Ik ben niet gespannen.
:41:26
Wat zocht ik? Juist, mijn dochter.
:41:40
Ik hou van dansen,
maar ik had er geen zin in.
:41:43
Weg met die tassen, ik kan er niet langs.
:41:48
Waar blijft Vincent?
:41:50
De bakkerij is vlakbij.
:41:52
Niet de goede bakkerij,
die met de frambozentaart.
:41:56
Aan de kant met die tassen.
- Kijk uit. Waarom schop je er tegen?
:42:01
Aan de kant, zei ik, knulletje.
- Knulletje?
:42:06
Problemen, knulletje?
- Nee, laat maar.
:42:10
Zeg maar als je problemen hebt.
:42:27
Waar blijft hij toch?
:42:30
We eten laat.
:42:34
Ik voel me slecht.
:42:36
Je zit de hele dag op de weg.
- Ik heb niet veel gereden.
:42:42
En ik ga naar de kerk.
:42:46
Aurele zingt goed, hè?
- Uitzonderlijke stem.
:42:51
En ze is mooi.
:42:55
Wilde Sébastien niet komen?
- Nee, want Mathieu is er.