Comme une image
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:21:03
Heb je wat gewerkt?
- Ja, een beetje.

:21:06
Weet je wie ik daar zag
en me aangenaam verraste?

:21:11
Grappig, slim, ontvankelijk.
Het tegengestelde van wat ik dacht.

:21:16
François Galland.
- Galland van TV?

:21:20
Ontvankelijk?
- Ik zeg het je.

:21:22
Ik verwachtte een echte klootzak,
maar dat was hij niet.

:21:25
Hij verraste me echt.
:21:30
Nu ja, Félix heeft gebeld.
- Ja, ik heb een boodschap achtergelaten.

:21:35
Ik moet de tekst nog nalezen,
maar ik ben bijna klaar.

:21:39
Kijk aan.
:21:41
Wat?
- Ze was op het feest.

:21:43
Ik wist dat ik haar al gezien had.
:21:49
Verraste ze jou?
Grappig, ontvankelijk?

:21:52
Nee, het is gewoon grappig.
:21:57
Ik ben helemaal in de war
door dat gedoe met Edith.

:22:01
Ik moet Étienne een antwoord geven.
:22:03
Ik zei dat het verleidelijk was, maar...
:22:06
ik moet beslissen.
:22:08
Wat moet ik doen?
:22:10
Ik weet het niet. Vraag het niet aan mij.
Jij moet beslissen.

:22:13
Ik bemoei mij er niet mee.
:22:15
Oké, het recept.
:22:19
Het recept is...
:22:21
Eet je graag taart?
:22:24
Ik bedoel véél taart?
Of veel stukken in één taart?

:22:29
Veel stukken.
- Alsjeblieft.

:22:34
Aardbeientaart.
- Ik wilde ijscrème.

:22:38
Daar heb je het.
:22:40
Daar is het, ja.
:22:45
Wil je een North Pole marshmallow?
:22:51
Een Afrikaanse met everzwijn.
:22:58
Heel lekker.
:22:59
Karamel.
- Dat is genoeg.


vorige.
volgende.