Comme une image
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:23:01
Kom op.
:23:03
Het is lekker.
- Ik voel me niet zo goed. Te veel gegeten.

:23:06
Nu moet ik minstens een uur slapen.
:23:11
Neem dan een aardbei.
:23:13
Je laat me schrikken.
:23:15
Opa heeft iets voor jou.
:23:21
Ik ben er net.
:23:26
Afrikaanse marshmallows?
:23:32
Wat wil je nu?
:23:36
Lolita zal me nooit leuk vinden.
:23:39
Met jou is het hetzelfde.
Ik tel niet mee.

:23:42
Je zegt dat je van me houdt...
:23:45
en ik geloof je,
maar soms voel ik me net een muur.

:23:49
Een muur?
:23:51
Je ziet me niet staan.
Wat ik ook zeg, niets.

:23:54
Je maakt me belachelijk.
- Je belachelijk maken?

:23:57
Ja, tegenover iedereen.
Je ziet het gewoon niet.

:24:04
Ik sta voor paal.
- Het zijn maar geintjes.

:24:09
Dat doe ik bij iedereen.
De meeste nemen het niet zo zwaar op.

:24:12
Lafaards. Ze durven niks te zeggen.
:24:15
Ze lachen, geven er niks om.
- Ze willen je plezieren.

:24:25
Het is mijn vader.
- Ik kan je niet dwingen. Het vraagt inzet.

:24:28
Je moet oefenen. Om klaar te zijn...
- Hij voelt zich niet goed.

:24:34
Ik kan hem niet alleen laten.
Ik voel dat hij me nodig heeft.

:24:40
Sébastien is er.
:24:44
Hij lijkt me aardig.
- Nadat mijn vader hem wou helpen.

:24:48
Ik vroeg me af wat hij in me ziet.
Altijd hetzelfde.

:24:51
Ik moet me op het concert focussen.

vorige.
volgende.