:26:01
Ik had jou gebeld.
- We werken samen. Wat wil je?
:26:07
Wil je me iets laten zien of wil je
ruzie maken in je viersterrenhotel?
:26:24
Richard, ik werk hier.
:26:28
Ik wil niet dat je hier zaken doet
en je trawanten ook niet.
:26:32
Ze zakken hier in elkaar in de foyer.
- Wie was 't?
:26:36
Een oude Spanjaard.
- Daar kan ik wat mee. Had hij 'n naam?
:26:41
Ochoa.
- Ochoa is dood.
:26:44
Hij maakte hier amok
omdat hij een gast wilde spreken.
:26:49
Een echte VIP.
Ik heb 'm laten verwijderen.
:26:53
M'n zus, de verklikker.
:26:56
Terwijl die vriend van je
mijn hotel werd uitgezet...
:27:00
...viel hij flauw.
Hij kreeg een beroerte.
:27:04
Ik wil dit niet. De arts
wil een ziekenauto laten komen.
:27:08
Wat heb ik hiermee te maken?
- Hij riep je naam. Hij had me herkend.
:27:13
Dus heb ik je gebeld.
:27:16
Wat moet ik dan doen?
- Ga 'm kalmeren.
:27:20
Zorg dat hij niet terugkomt
en jij ook niet.
:27:23
Jij hebt me gebeld.
- Doe wat je moet doen en hoepel op.
:27:32
Je kwam hier omdat je
Hannigan wilde spreken.
:27:36
Toen dat niet lukte,
werd je nerveus en stortte je in.
:27:41
Nu heb je iemand nodig
die vandaag iets moet verkopen.
:27:46
Hoe kwam je bij mij?
- Ik zag je zus.
:27:56
Het Monroe-zilvercertificaat.