:27:00
...viel hij flauw.
Hij kreeg een beroerte.
:27:04
Ik wil dit niet. De arts
wil een ziekenauto laten komen.
:27:08
Wat heb ik hiermee te maken?
- Hij riep je naam. Hij had me herkend.
:27:13
Dus heb ik je gebeld.
:27:16
Wat moet ik dan doen?
- Ga 'm kalmeren.
:27:20
Zorg dat hij niet terugkomt
en jij ook niet.
:27:23
Jij hebt me gebeld.
- Doe wat je moet doen en hoepel op.
:27:32
Je kwam hier omdat je
Hannigan wilde spreken.
:27:36
Toen dat niet lukte,
werd je nerveus en stortte je in.
:27:41
Nu heb je iemand nodig
die vandaag iets moet verkopen.
:27:46
Hoe kwam je bij mij?
- Ik zag je zus.
:27:56
Het Monroe-zilvercertificaat.
:28:03
Ik heb 't vervalst.
Ik heb er een jaar over gedaan.
:28:08
Wat heb je gebruikt?
- Foto's uit het Ministerie van Financiƫn.
:28:13
Ik heb daar iemand. M'n schoonzoon.
Hij heeft me op 't certificaat gewezen.
:28:19
Hij las over Hannigans verzameling
van oud geld.
:28:24
Hij heeft 't nagetrokken. Hij is portier,
maar wel slim. Hij kwam bij mij.
:28:30
Dus Ochoa de vervalser
heeft familie bij Financiƫn?
:28:35
Lijkt me sterk.
- De man van m'n dochter.
:28:39
Waarom weet ik dat niet?
- Hij is zwart. Dat ging jou niks aan.
:28:45
Hij stuurt 'm naar een lab.
- Zo'n onderzoek kost minstens 'n week.
:28:51
Die tijd heeft ie niet. Hij vertrekt morgen.
- Hoe weet je dat?
:28:56
Hoe ik dat weet?
:28:59
Kijk maar.