:43:11
Heeft u nu wel tijd voor ons?
:43:15
Ik wil dit.
- Hoeveel?
:43:19
Kom over twee uur terug met het biljet.
:43:23
Moet 't vandaag?
- Zoals je weet, moet ik het land uit.
:43:28
Dat wist ik niet.
:43:32
Hebben wij even mazzel.
- Ik hou 't op slimheid.
:43:52
Wat doe jij hier?
- Maak je niet druk.
:43:55
We hadden een vergadering.
- Zijn jullie zakenpartners?
:44:00
Ken je z'n verleden?
Zorg dat je je geld krijgt.