Godsend
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:49:21
Doe je deur open, Adam.
:49:23
Doe je deur open, jongen.
:49:25
Open de deur!
:49:30
Open de deur!
:49:32
Godverdomme, doe open, jongen.
:49:41
Waarom is die deur op slot?
:49:43
Wat?
- Hoe... het gordijn.

:49:46
Wat?
- Het gordijn. Die zat eronder.

:49:48
Nee, nee, kijk.
:49:50
Waar heb je 't over?
:49:52
Kijk, het is in orde.
- Nee, nee.

:49:54
Laat hem me geen pijn doen.
:49:56
Er is niemand die je pijn gaat doen.
Kijk maar, het is goed.

:49:59
Rustig maar.
:50:02
Het is al goed.
Je hebt een nare droom gehad.

:50:04
Nee.
:50:06
Ik zag 't.
- Wat?

:50:09
Wat zag je?
:50:14
Zeg 't maar, Adam. Alsjeblieft.
:50:18
Je moet met me praten. Ik kan je niet
helpen als ik niet weet het dit is.

:50:24
Ik weet gewoon iets.
:50:27
Oké, wat dan?
:50:30
Wat weet je dan?
:50:33
Er staat iets ergs te gebeuren.
:50:35
Nee hoor. Ik zal jou nooit
iets ergs laten overkomen.

:50:41
Niet mij.
:50:47
Luister, jij bent mijn zoon,
heb je dat begrepen?

:50:52
Zeg het.
- Ik ben jouw zoon.

:50:55
Precies. Alles zal goedkomen.
:50:59
Alles komt goed.

vorige.
volgende.