:57:04
Wat probeer je ons te vertellen, Adam?
Zeg 't maar. Vertel op!
:57:09
Genoeg zo. Ophouden.
- Vertel ons wat je probeert te zeggen.
:57:14
Als je het niet begrijpt,
hoe denk je het dan te verslaan?
:57:16
Ik wil het niet begrijpen.
- Je bent dood!
:57:18
Kijk uit, Paul!
:57:30
Alles goed? Lieverd?
:57:35
Is alles goed met 'm?
- Ja.
:57:38
Je bent in orde, het is goed.
:57:43
Het spijt me.
:57:44
Oké, knul, daar ga je.
Je bent nu thuis, oké?
:57:51
Je gaat gewoon slapen, oké?
:57:54
Pap...
:57:56
ben ik doodgegaan?
:58:04
Natuurlijk niet.
:58:07
Je bent hier bij ons geweest.
:58:12
Ga maar slapen.
:58:21
O mijn God, dat is het.
:58:23
Hij herinnert zich z'n
vorige leven in z'n dromen.
:58:27
Kinderen zeggen dat soort dingen.
- Een jongen? In de stad?
:58:30
Jezus, het is mogelijk.
:58:33
Als bepaalde genen van de
gebruikte cel in de procedure...
:58:35
bepaalde herinneringen hebben
kunnen behouden...
:58:37
Hij herinnert het zich niet.
- Hoe weet je dat?
:58:39
Omdat hij dat niet kan.