:33:03
Hij zit in de presidentiële suite.
:33:21
Meneer de manager.
:33:25
Wat doe je hier Gregoire?
- Wie is daar?
:33:29
Het is goed, schat.
:33:32
Wat wil je?
- Je kunt beter meteen vertrekken.
:33:34
Ga nu naar beneden.
- Ik hoef niet meer naar je te luisteren.
:33:38
Dat moet je wel. En nu meteen uit deze kamer.
:33:49
Manager, kent u de geur van kakkerlakken?
:33:55
Als ik hier weg moet, zorg ik dat ze hen vinden.
:33:59
En ik ken mensen die ze kunnen vermoorden.
:34:02
Maar mischien maakt het u niets uit.
Waarom is dat?
:34:08
U bent gewend aan die geur.
:34:11
Maar ik niet. Ik heb een schone kamer
nodig om eraan te ontsnappen.
:34:26
Ons huis is verbrand,
ik kan nergens naar toe.
:34:32
Er is mischien nog een kamer,
maar je moet hem delen.
:34:35
Ik begrijp het, maar ik kan niets
doen, het spijt me.
:34:40
Paul, ik heb je hulp nodig.
- Ik ga met je mee.
:34:50
Het zijn kinderen van het Tutsi weeshuis.
:34:54
Kom.
:34:56
Ik heb nog maar één kamer over.
- Dat is genoeg.