:35:26
We zijn nog zo'n drie dagen
verwijderd van de muur.
:35:29
Als we 's nachts ons kamp opslaan...
- We slaan ons kamp niet op.
:35:32
De muur. Welke troepen zijn
daar gestationeerd?
:35:35
Lichte Romeinse infanterie.
:35:38
En misschien Sarmatiƫn ridders.
:35:40
Arthur is hun leider.
:35:42
Arthur? Wie is deze Arthur?
:35:44
Men zegt dat hij nog nooit in
de strijd is verslagen.
:35:47
Men zegt dat hij een groot krijgsman is.
:35:51
Waarom zou ik jou moeten geloven?
:35:55
Je hebt je eigen volk verraden.
:35:57
Vertel mijn vader over
het Romeinse landgoed.
:36:00
Zeg op.
:36:03
Een zeer hoge Romeinse
familie leefde daar.
:36:06
Zij zijn zeer belangrijk voor Rome.
:36:09
Vader.
:36:10
Met hun losgeld kunnen we onze hele
campagne betalen.
:36:25
Ik zal aanvallen vanuit het noorden met
het merendeel van het leger.
:36:27
Jij brengt je mannen hierheen.
:36:29
Snij hun terugtocht naar het zuiden af.
:36:32
Verbrandt alle dorpen en
vermoordt iedereen.
:36:36
Laat geen man, vrouw of kind achter
welke een zwaard kan dragen.
:36:56
Saksen.
:36:59
Hoeveel?