:42:00
Open de poort.
:42:10
Het is een wonder dat je bent gekomen.
:42:12
Goede God.
:42:14
Arthur en zijn ridders.
:42:18
Je hebt de wolven overleefd?
:42:20
Gewelddadige dieren.
:42:21
Onze orders zijn om u meteen
te evacueren.
:42:26
Dat is onmogelijk.
:42:27
Wie is Alecto?
:42:29
Ik ben Alecto.
:42:32
Alecto is mijn zoon.
:42:34
En alles wat we hebben is hier...
:42:36
op dit land welke ons gegeven is door
de Paus van Rome.
:42:39
Wel, spoedig zul je het moeten
afgeven aan de Saksen.
:42:41
Ze komen binnen vanuit het noorden.
:42:45
Dan zal Rome een leger sturen.
:42:46
Dat hebben ze, ons.
:42:48
We vertrekken zodra u hebt gepakt.
:42:50
Ik weiger te vertrekken.
:42:56
Terug aan het werk.
:42:58
Iedereen.
:43:03
Terug aan het werk.
:43:10
Als ik niet slaag om u en uw zoon terug te brengen,
kunnen mijn mannen dit land nooit verlaten.
:43:14
U komt mee. Al moet ik u achter mijn paard
binden en de hele weg meeslepen.
:43:20
Mijnheer.
:43:22
Mevrouw, mijn mannen hebben honger.
:43:27
Ga.
:43:34
Kom.
:43:41
Kom, laten we gaan.
:43:58
Heer, u bent beroemd, niet?
U bent Arthur?