King Arthur
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:43:03
Terug aan het werk.
:43:10
Als ik niet slaag om u en uw zoon terug te brengen,
kunnen mijn mannen dit land nooit verlaten.

:43:14
U komt mee. Al moet ik u achter mijn paard
binden en de hele weg meeslepen.

:43:20
Mijnheer.
:43:22
Mevrouw, mijn mannen hebben honger.
:43:27
Ga.
:43:34
Kom.
:43:41
Kom, laten we gaan.
:43:58
Heer, u bent beroemd, niet?
U bent Arthur?

:44:01
Ik ben Ganis, een goede soldaat en ik
zal u met trots dienen.

:44:06
Komt u uit Rome?
:44:08
Uit de hel.
:44:11
Heer?
:44:12
Wie is die man?
:44:14
Hij is onze dorpsoudste.
:44:17
Waar is deze straf voor?
:44:19
Antwoord me.
:44:21
Hij bedroog onze meester Marius.
:44:23
Het meeste eten wat we verbouwen, moeten
we afdragen voor belastingen.

:44:26
Hij vroeg alleen of we wat meer voor
onszelf mochten houden. Dat is alles.

:44:29
We eten gras. Zo hongerig zijn wij.
:44:32
Kom jij uit Rome?
:44:33
Is het waar dat Marius
een spreker is van God?

:44:35
En dat het een zonde is om hem
tegen te spreken?

:44:41
Ik zeg je nu,
:44:44
Marius is niet van God.
:44:47
En jullie, jullie allemaal,
:44:49
zijn vrij vanaf jullie geboorte.

vorige.
volgende.