:46:03
Echt waar? Want ik zie je daar zo zitten
met je boeken en je citroentaart.
:46:10
Zou jij in een hut willen wonen?
:46:15
Ik kan taarten leren bakken.
:46:21
Dan ga ik maar eens rondkijken.
:46:57
Ik ben Frankie Dunn.
We hebben elkaar in Missouri al ontmoet.
:47:00
Waar is mijn meisje?
:47:02
Zouden jullie niet eerst
iets anders aantrekken?
:47:04
Ze weet niet dat jullie al een week
in het pretpark zijn geweest.
:47:08
We komen voor mijn zus.
Zeg maar gewoon waar ze ligt.
:47:11
Jij moet J.D. zijn
en dan ben jij die zakenman.
:47:14
Het pretpark is veel leuker.
Ik zeg wel dat jullie zijn verhinderd.
:47:18
Ik kom hier om voor haar te zorgen
en u vindt mij een slechte moeder?
:47:23
Marianne kan nergens heen,
anders hadden we haar wel meegenomen.
:47:29
Margaret Fitzgerald?
- Kamer 301.