Rosenstrasse
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:57:21
Je leeft nog.
:57:25
Ik heb de foto's gezien.
:57:28
In die vreselijke sneeuw.
:57:33
Het gebeurde drie dagen voor
de omsingeling. Dat was m'n geluk.

:57:38
Daardoor kwam ik
in 't hospitaal terecht.

:57:52
Hoort ze bij jou?
- Dat is Ruth. Kom verder.

:57:58
Dit is m'n broer. Arthur.
:58:04
Ga zitten.
:58:10
En Fabian?
:58:12
Hij zit in 'n verzamelplaats
in de Rosenstrasse.

:58:15
Ik krijg hem er niet uit.
Ik kan niets doen.

:58:19
Maar jullie zijn toch nog getrouwd?
- Dat helpt niet meer.

:58:22
Ze hebben 'm gewoon
uit de fabriek gehaald.

:58:26
Vader is de enige
die hem eruit kan halen.

:58:29
Help me hem zover te krijgen.
:58:33
Dat is me bijje huwelijk ook niet
gelukt. Hij is nu nog koppiger.

:58:37
Hij kan je nu toch
niets meer weigeren?

:58:53
Je bent nog steeds zo mooi.

vorige.
volgende.