:44:12
Ik vind het heel erg, Amy.
:44:14
Ik ook.
:44:15
En ik ook.
:44:17
Bedankt, Ted.
:44:19
Mr en Mrs Rainey.
- Ja.
:44:21
Bent u de eigenaars?
:44:23
Ja, we zijn... waren de eigenaars.
:44:26
Jullie waren de eigenaars?
Wat bedoelt u?
:44:28
Is het niet meer van u?
:44:30
We waren Mr en Mrs Rainey.
We zijn de eigenaars.
:44:33
Ik ben Steven Bradley,
inspecteur bij de politie.
:44:36
Ik ben Ted Milner.
- De brandweercommandant, Wickersham.
:44:39
We maken het kort. Om drie uur wil de
verzekeringsmaatschappij u spreken.
:44:43
Dit is zonder twijfel brandstichting.
:44:45
De brand is gestart met een
brandversneller,
:44:48
een champagnefles met benzine.
:44:51
Blijkbaar werkt het goed.
:44:52
Vraag nummer één.
Vijanden? Heeft u die?
:44:56
Nee, niemand.
- Nee, geen enkele.
:44:59
Vind je het erg als ik ook antwoord?
:45:02
Het is oké. Kom.
:45:08
Ja.
:45:11
Ik heb een vijand.
:45:13
Sorry dat ik er vanochtend niet was.
:45:15
Ik ben bijna de hele nacht
ter plaatse geweest met...
:45:18
een zaklantaarn en een fototoestel.
:45:23
Ik noem het liever niet 'de lokatie'.
Het is geen lokatie, het is een huis.
:45:27
Uw huis. Het spijt me voor het verlies.
:45:30
Bedankt.
:45:31
Mrs Evans.
- Er staat nog Mrs.
:45:34
Fran is goed.
:45:37
Deze vergaderingen zijn moeilijk.
:45:38
Mensen in jullie situatie
zijn al van streek...
:45:41
en beschouwen de aanwezigheid
van een inspecteur vaak...
:45:44
als een beschuldiging van
brandstichting van hun eigendom.
:45:46
In deze zaak hebben jullie ons
een mogelijke verdachte gegeven...
:45:49
die onderzocht zal worden
door de politie.
:45:51
Maar ondertussen...
:45:53
is dit de inventarislijst die
naar de verzekering gaat.
:45:56
Als je die ondertekent
verklaar je dat...
:45:58
de dingen op de lijst van jou zijn...