:52:03
Verwacht je iemand?
:52:05
M'n minnaar, maar die
heb ik voor jou afgezegd.
:52:10
Wie kan dat zijn?
-Laat maar bellen. Ze gaan wel weg.
:52:14
Waar waren we gebleven?
-lk kuste je net.
:52:19
Nee, jij kuste mij.
:52:26
En als 't belangrijk is?
-Hoezo?
:52:28
De politie of zo.
:52:30
Ja, ze komen je vast arresteren.
:52:34
Neem me dan maar als gijzelaar.
Of neem me gewoon zo.
:52:39
Doe open. Politie.
-Je hebt toch niemand vermoord?
:52:46
Daniel, je bent thuis.
Dit is geweldig.
:52:50
Je weet niet hoe erg het is.
-Wel, hoor.
:52:54
Nee, hier heb je echt geen idee van.
:52:57
De flat die pa ons heeft nagelaten, is
weg. Opgegaan in rook, net als pa.
:53:03
M'n man rookte, maar stierf aan
leverkanker. En hij dronk niet eens.
:53:09
De flat is niet 't ergste.
lk heb ook geblunderd.
:53:12
Als ik die fout niet goed maak, ben ik
maandag verkeersagent. Rijden maar.
:53:19
Kortom, maandag ben ik dood.
:53:23
Wie is die dwerg.
-Een vriend van me.
:53:26
Ga jij om met smurfen?
-Het is ingewikkeld. Hij is smeris.
:53:31
Ga je om met smerissen?
-lk werk voor hem.
:53:34
Werk je voor de smerissen?
-Voor hem. Hij is geen echte smeris.
:53:38
Kijk dan.
Hij is eerder een geheim agent of zo.
:53:42
Juist ja. En dat besje is Mata Hari.
:53:46
Kan iemand 't uitleggen?
Mij lukt het niet.
:53:49
lk ben Camille. Die smurf in de stoel
is mijn zoon Emilien.
:53:54
Als iemand me de keuken wijst,
zet ik koffie en leg ik alles uit.
:53:59
Er valt niks uit te leggen.
lk kan het wel schudden.