:30:03
Zo nors...
:30:05
brutaal.
:30:07
Hoe zou je er uitzien met lippenstift?
:30:09
Ik moet gaan.
- Je zou een mooi meisje zijn.
:30:13
Negeer haar.
Ze palmt alles en iedereen in.
:30:16
Nee, ik moet echt...
:30:19
terug naar mijn hotel.
- Waarom?
:30:22
We gingen je uitnodigen om te blijven.
:30:24
Echt?
- Zeker.
:30:26
Onze ouders zijn weg.
:30:28
Ze zijn voor een maand naar Trouville.
:30:30
Je kunt je spullen naar hier verhuizen.
:30:33
Echt?
- Natuurlijk.
:30:35
Maar je kent me amper.
- Zo leren we je kennen.
:30:40
Je moet toch niet in een hotel blijven?
:30:42
We zullen je spullen gaan ophalen
met m'n snorfiets.
:30:46
Kom op.
- Maar...
:30:48
Wat vind jij daarvan?
:30:53
Het was mijn idee.
:31:07
Ik ga even naar de Cinemathèque.
:31:10
Haast je wat.
- Zal ik doen.
:31:12
Ik heb niet veel spullen.
:31:15
Je zult niet veel nodig hebben bij ons.
:31:23
Vergeet je tandenborstel niet.
:31:37
Het verbaast je misschien
dat ik al terugschrijf.
:31:42
Maar ik ben net verhuisd
naar een appartement...
:31:45
van een bekend Frans auteur...
:31:47
wiens kinderen dezelfde leeftijd
en interesses hebben als ik.
:31:50
Je zult wel blij zijn
dat ik met de juiste mensen optrek.
:31:54
Doe papa de groeten.
Ik hoop dat hij niet meer boos is op me?
:31:58
Luister eens, Matthew.