:14:00
Een prachtige ochtend.
:14:02
Poseidon heeft onze reis gezegend.
:14:05
Soms zegenen de goden je 's ochtends
en vervloeken ze je in de middag.
:14:14
Hou je van me, broer?
:14:17
Zou je me tegen elke vijand beschermen?
:14:22
De laatste keer dat je zoiets
aan me vroeg, was je tien jaar...
:14:25
en had je zojuist vaders paard gestolen.
:14:29
Wat heb je nu gedaan?
:14:32
Ik moet je iets laten zien.
:15:03
Waar is ze?
:15:05
Ik zweer het bij de goden, ik snijd
je haar af als je het niet zegt.
:15:13
Ze is vertrokken.
:15:15
Met de Trojanen.
:15:18
Deze visser zag haar aan boord gaan.
:15:22
De Trojanen?
:15:26
Met de jonge prins Paris...
:15:29
Maak mijn schip klaar.
:15:33
Omdraaien, terug naar Sparta.
:15:37
Wacht.
- Dwaas.
:15:39
Besef je wat je gedaan hebt?
:15:41
Weet je hoeveel jaar onze vader
aan de vrede gewerkt heeft?
:15:45
Ik hou van haar.
:15:48
Voor jou is het een spelletje, niet?
:15:50
Je trekt van stad naar stad, slaapt met
koopmansvrouwen en tempelslavinnen...
:15:54
en denkt dat je weet wat liefde is.
:15:56
En de liefde van je vader dan? Je spuugde
op hem toen je haar aan boord bracht.